In de vragenlijst hebben wij u gevraagd of u zichzelf beschouwt als een avond- of ochtendmens, of misschien iets ertussen in. Het blijkt dat 38% van de respondenten een ochtendmens is, 35% een avondmens en 27% zowel ochtend- als avondmens (zie figuur hieronder). 

Over het algemeen gaan avondmensen later naar bed en ze staan ook het liefst later op, in vergelijking met ochtendmensen. Door werk en sociale normen, kan het zijn dat je niet kunt slapen en opstaan op het moment van je voorkeur. Als je op een ander moment slaapt dan dat je biologische klok aangeeft, kan het zijn dat je je minder lekker gaat voelen. Mensen raken vermoeid of krijgen bijvoorbeeld maag- en/of darmklachten, vergelijkbaar met een jetlag na een lange vliegreis. Maar misschien herkent u het ook wel na een periode van nachtdiensten. Of deze ritmeverstoring gepaard gaat met een hoger risico op ziekten zoals overgewicht of kanker, gaan wij verder uitzoeken in de Nightingale studie.

Meer over elk type…

• Ochtendtypes waren gemiddeld 2 jaar ouder dan avondtypes.
• Avondtypes werken 8% vaker nachtdiensten dan ochtendtypes.
• Ochtendtypes gaan op vrije dagen gemiddeld om 22:37 uur naar bed en staan om 07:39 uur op.
• Avondtypes gaan op vrije dagen gemiddeld om 00:08 uur naar bed en staan om 09:03 uur op.
• Gemiddeld slapen avondtypes ietsje korter (7 minuten)